6. Verschuiven van macht en andere rollen

Deel 6: verschuiven van macht 
en andere rollen

De transitie naar een duurzame energievoorziening brengt forse machtsverschuivingen met zich mee. En dus ook nieuwe rollen en nieuwe actoren. Opvallende vernieuwende en nieuwe spelers zijn de volgende:

De netbeheerder. Een andere, en steviger rol voor de netbeheerder tekent zich nu al af. Die flexibiliteit en de integratie van groene en grijze energie faciliteren. Ze stemmen vraag en aanbod van producerende en verbruikende klanten op elkaar af. Bovendien faciliteren ze ‘convenience’; ze bieden in de persoonlijke levenssfeer meer gemak, met slimme apps en slimme apparaten. 
De energiebedrijven vinden zichzelf opnieuw uit rond nieuwe businessmodellen. Ze maken gebruik van fluctuaties in de energieprijzen, zetten goedkope energie om in power-2-products, verdienen aan de handel rond opslag van energie, spelen in regionale verschillen in de beschikbaarheid van energie (door weersinvloeden, seizoensverschillen, dag- en nachtritmen). Energie-intensieve bedrijven als ‘backup’ en herverzekeraar van energiezekerheid. 
De coöperatie komt op, als vehicle van zelforganiserende en samenwerkende burgers en ‘civil communities’. Deze not-for-profit organisatievormen gaan verbindingen aan met bedrijven om bijvoorbeeld risico’s te dekken. Immers, met onafhankelijkheid komt ook verantwoordelijkheid, zeker als de gecrowdfunde windmolen kapot gaat of de Tesla-batterij een productiefout heeft. Er ontstaat behoefte aan mogelijkheden om initiatieven met elkaar te verbinden, kennis en risico’s te delen, en continuïteit en leveringszekerheid te borgen. 
Het platform.Er komen meer en meer platforms, die o.a. de decentrale trend met zijn prosumenten faciliteren. Die vraag en aanbod bij elkaar brengen, en een vertrouwde en veilige omgeving bieden, waar transacties tot stand kunnen komen. Een soort van commerciële coöperatie.
Regels en prikkels
Welke regels en prikkels horen nu bij een energietransitie vanuit het perspectief van sociale verandering en businessinnovatie? Er is in de eerste plaats behoefte aan regels en kaders, die meer vrijheid van handelen mogelijk maken.

  • Een eerste interventie gaat over regels die het gebruik van blokchain-technologie mogelijk maken, die regelvrije zones bieden voor stimulering van innovatie of van open source contracten. De blokchaintechnologie kan samen met het conglomeraat van ‘internet en transparantie’ de decentralisatie van de energievoorziening en de opkomst van o.a. de prosumer faciliteren.
  • Een andere aanpassing betreft de regels over burgerparticipatie, naar Deens model. Daar wordt participatie en compensatie van omwonenden beter geregeld dan in Nederland, en dat zorgt voor een fors groter draagvlak. OIIO is hier het nieuwe NIMBY: de plaatsing van windmolens is niet langer ‘not in my backyard’, maar ‘only if I own’.
  • Een concrete maatregel is het koppelen van investeringen in duurzame energie aan objecten -zoals woningen en kantoren-, in plaats van aan de eigenaar van het gebouw. Het zijn immers de objecten waar mensen in wonen en werken, die moeten verduurzamen. Het is dan dus logischer om investeringen aan objecten te koppelen en niet aan de tijdelijke huurder, bewoner, eigenaar, huurder.
Behalve de drang naar minder regels en meer vrijheden bestaat behoefte aan regels die het falen van markten minimaliseren. Dit komt terug in de fiscale maat­regelen die het gebruik van grondstoffen zwaarder belasten en arbeid juist minder zwaar. Ook komt het terug in andere berekeningen van het Bruto Binnenlands Product, waarin sociale waarden (welzijn, gezondheid, geluk) sterker meetellen. Andere voorstellen voor een vrijer regime zijn meer financieel van aard.
  • Top-down suggesties gaan over de inrichting van een omvangrijk fonds van bijvoorbeeld € 5 miljard. Dit geld is bedoeld om alle initiële kosten voor diepe geothermie, warmtenetten en andere infrastructuren te financieren: individuele, private ondernemers willen of kunnen deze kosten veelal niet (alleen) dragen.
  • Een andere suggestie is een ‘sloopregeling’ voor stranded assets. Deze afschrijvingen zijn zo groot dat ze een immense barrière vormen in de energie­transitie. Dit is weliswaar geen maatregel die de duurzame wereld vorm geeft, maar wel een maatregel die drempels om daar te komen vermindert.
Een waaier aan boeiende interventies, die zich richten op kennis en onderzoek, op governance en organisatie en op ‘regels en prikkels’. Veel interventies zoeken ruimte voor maatschappelijke verandering van onderop, door burgers en consumenten. Andere interventies beogen juist veranderingen in regulerende kaders en organisatorische afspraken, bovenlangs. Verschillende van de interventies en suggesties zullen bekend voorkomen. Hoe mooi zou het zijn, als dit maatschappelijker perspectief nu echt de aandacht krijgt die het verdient en erkenning krijgt in een concreet en serieus publiek-privaat werkprogramma? De contouren van zo’n maatschappelijk programma voor de versnelling van de energietransitie vormen het volgende en laatste onderwerp in deze publicatie.
Share by: