8. Een maatschappelijker programma voor de energietransitie

Deel 8: een maatschappelijker programma voor de energietransitie

De overkoepelende vraag die we stelden aan 25 bevlogen bestuurders. adviseurs, wetenschappers, directeuren, adviseurs en (jonge) ondernemers was: “Gaan we dingen anders doen als we de energietransitie benaderen vanuit een niet-technologische invalshoek?”. De ontdekkingen op weg naar een antwoord staan in de vorige hoofdstukken: sociale veranderingen in 2031, transactionele innovaties die we onderweg verwachten, en interventies die dan vandaag de dag aan de orde zijn. Het antwoord op de vraag, een conclusie die we als onderzoekers trekken, en een houtskoolschets voor een transitieprogramma vanuit het perspectief van sociale verandering en transactionele innovatie, is nu als volgt:
Ja, we gaan de dingen anders doen. Immers, technologisch denken leidt tot technologische, rationele routes, waar we tussen zouden moeten kiezen. De maatschappelijke invalshoek geeft de ruimte om de energietransitie veel inclusiever te onderzoeken, vanuit een én-én-houding en met gevoel voor sociale en economische waarden en waarde. We beantwoorden dan ook een andere vraag. Die vraag is niet: met welke technologie is het in principe mogelijk een doel in 2040 te bereiken. Maar: wie wil er nu werken aan een belangrijke ambitie en daar alles voor uit de kast halen? Dat geeft de opgave en ons zelf een heel andere dynamiek en energie. En een persoonlijker betrokkenheid, die veel dichter ligt bij de sociale waarden en centrale belangen van individuele burgers en actoren: zingeving, welzijn, rentmeester, autonomie. Het gaat dus om de omkering, om de verkenning van de sturingskracht van maat­schappelijke kwesties. Leidend tot veranderingen in machts­verhoudingen, een aanpasbare route en tot bijvoorbeeld platforms als nieuwe institutie. Dat brengt ons ook tot een ander verhaal, een ander inzicht, een ander ontwerp van andere programma’s en andere route’s dan in dezelfde technologische wereld.

1. Macht
Deze eerste programmalijn richt zich op het veranderen van machtsverhoudingen ten gunste van de klimaatverandering en de energietransitie. Het draait om interventies die opbouw van macht mogelijk maken om bestaande rechtsregels en politieke instituties te veranderen. Dit begint met een verdiepend onderzoek naar de ontwikkeling en verdeling van macht rond de energie­voorziening en -transitie. Welke mensen hebben macht, hoe ziet het netwerk van macht en mensen er uit, welke instituties hebben macht en hoe wordt deze macht verkregen? Het gaat anderzijds ook om het delen van macht en om gedeeld eigenaarschap: het vermogen om een gezamenlijke verantwoordelijkheid te ontwikkelen en gedeeld eigenaarschap te bevorderen rond de opgave en uitvoering van interventies voor het versnellen van de energietransitie. Interessant is hier dat Moisés Naím in zijn boek ‘Einde van de macht’ uit 2013, stelt dat macht steeds "easier to get, harder to use, easier to lose" is.
Het gaat in dit deel van het programma ook over een andere governance. Een governance die aansluit bij het decentrale gedachtengoed en de transitie, maar ook bij de opbouw van macht zoals die bedoeld is in het RLI-advies met een Klimaatwet en een Energiecommissaris. Belangrijke vragen in deze programmalijn zijn dan bijvoorbeeld: praten Shell en Hier opgewekt met elkaar? Hoeveel gemeenten zijn bekend en betrokken bij het werk van de TKI’s? Kijken we in elkaars bestuurskamers en weten we wat er onderling speelt? Welke actoren hebben welke principes, overtuigingen, argumenten en harde eisen? Wat kan het gedachtengoed van transitioneel leiderschap bijdragen?
 
Een eenvoudige eerste stap in deze programmalijn is de ontwikkeling van een goede ‘Powermap’, een kaart die het netwerk en de verdeling van de macht over mensen en instituties rond het vraagstuk van de energietransitie in beeld brengt. 

2. Waarden
Deze programmalijn is gericht op het beter begrijpen van de rol die sociale waarden spelen in een transitie, inclusief de effectiviteit van interventies. Het gaat om de verandering van waarden bij burgers, de vertaling van deze waarden in het gedrag van de burger als consument, en de doorwerking van waarden en gedrag naar besluiten van investeerders. Tesla is een mooi voorbeeld, waarin ‘macho’ en ‘duurzaam’ in een geslaagd product vorm krijgen. Maar ook de zonnepanelen die bij IKEA in het schap liggen. Of ABP die beleggingen uit de fossiele sector terug trekt. Een mooi aanknopingspunt ligt in de food-movement, waar consumenten waarden van burgers in de economie brengen volgens de trits: goed voor mij, goed voor duurzaam, goed voor de wereld. Dit deel van het programma is vervolgens meer dan regulier gedrags­onderzoek. Het gaat ook om een veel beter begrip van de kwestie: sturen onze waarden de ontwikkeling van technologie of stuurt technologie de ontwikkeling van onze waarden? Met daaronder bijvoorbeeld: hoe veranderen gedeelde culturele waarden over tijd? Welke invloed hebben ze op het menselijk gedrag en welke rol spelen ze in economische koopoverwegingen? Welke interventies kunnen de energietransitie vanuit het perspectief van waarden versnellen?
 
Een eerste stap in dit deel van het programma is een ‘Quick Scan’ of brede inventarisatie van resultaten van het diverse onderzoek naar de impact van maatschappelijke waarden op economisch gedrag van individuele burgers en consumenten.

3. Systeem
De Nederlandse praktijk van de energietransitie staat bol van mooie initiatieven en creatieve interventies. Soms is dat een interventie ‘bottom up’ en soms juist ‘top down’. De ene keer gericht op techniek en de andere op gedrag. De vele verschillende keuzen roepen de vraag op hoe deze initiatieven en interventies zich tot elkaar verhouden? Er is een besef dat het nodig is om te experimenteren op het niveau van ‘niches’, maar ook dat er vervolgens een keuze voor nieuwe richtingen aan de orde is, die op het niveau van ‘regimes’ tot echte veranderingen moet leiden. Het belangrijkste is eigenlijk niet het beoordelen van individuele interventies, want vaak hebben ze pas waarde in relatie tot elkaar. Het gaat juist om de samenhang tussen interventies: wanneer welke interventie en samen met welke andere inspanningen? Een zorgvuldige dialoog over de systeeminnovatie is een belangrijke stap naar een meer samenhangende ontwikkeling van interventies die gaan over én technologie én economie én bestuur én maatschappij. Dat kan vanuit het perspectief van de markt, bijvoorbeeld met het model van Hekkert, maar er zijn ook andere methoden. De Learning History is zo’n andere methode die een traject van innovatie en een zoektocht naar een systeemverandering beschrijft in de vorm van een verhaal, door de ogen van de actoren zelf.
 
Een eerste stap is hier een ‘Learning History Energieakkoord’ of een innovatiesysteemanalyse die het verhaal over de inrichting en sturing van het akkoord vanuit een maatschappelijker perspectief ontrafelt en dus ook andere interventies zal aanreiken.

4. Scale-up
Deze programmalijn staat geheel in het teken van de bottom-up beweging. Veel kansrijke initiatieven, acties en versnellingen rond de energietransitie komen van onderop. Via maatschappelijke platforms, burgerinitiatieven en energiecoöperaties worden inmiddels ‘meters gemaakt’ en zijn in ieder geval de Nederlandse eilanden al fors op weg naar echt duurzaam. Het gaat in deze programmalijn vooral een verdere verdieping en opschaling -geen start-up maar scale-up. Specifiek draait het om meer inzicht in de kansrijke interventies die die opschaling bewerkstelligen. Interventies als een Behavioral Insights Team naar Engels voorbeeld. Platforms en coöperaties als vehikels van de gemeenschap, de civil society. De overdraagbaarheid van lokale ontdekkingen naar de grote industrie. Om interventies als de burgertop G1000 en de zwerm­theorie. Uitmondend in de start van projecten die zich bijvoorbeeld richten op het eerste ‘energieplatform’ op basis van ruil of alternatief betaalmiddel, op het maken van een grote coöperatie met behulp van fintech of op de inrichting van de eerste gespecialiseerde ‘bouwmarkt’ voor een ‘eigen energiecoöperatie.
 
Stuk voor stuk voorbeelden en projecten, die de uitkomst zouden kunnen zijn van een eerste stap in deze programmalijn: vijf integrale Energieateliers als broedplaats en een gedeeld experimentenprogramma voor opschaling, vanuit het maatschappelijk perspectief. En dan wel met de actoren, die in de opschaling ook het verschil kunnen en willen maken.
Een voorbeeld van een nieuwe, integrale route
In een afgebakend gebied (regio, stad) kan een digitaal platform worden gecreëerd voor iedereen die energie wil afnemen en/of produceren. Alle initiatieven worden hier verbonden. Door slimme innovaties vanuit ‘fintech’ wordt een bijbehorende ruil en-of betalingssysteem ontwikkeld, waar iedereen aan mee kan doen. Ook wordt de inzet van slimme meters en internet of things gestimuleerd afgestemd op energiebeschikbaarheid. Lokale producenten kiezen zelf hun technologie en implementeren die, waarbij ze worden geholpen en ontzorgd door innovatie-coaches. Bestuurders en ambassadeurs, maar ook scholen, wijkcentra en ervaringsdeskundigen worden ingezet om verhalen te vertellen, beelden van nieuwe stappen te verzinnen, en voordelen te benoemen.

5. FinTech
Deze vijfde programmalijn draait om de inzet en mogelijkheden van transactionele innovatie en financiële technologie. Met de komst van bitcoin en andere cryptocurrencies zijn centrale financiële instituties op termijn wellicht overbodig. Deze innovaties hebben niet alleen de potentie om de bankwereld op de kop te zetten, maar kunnen een voorbode zijn van flinke verschuivingen in de financiële macht en koopkracht van actoren. In combinatie met andere financiële trends kunnen transactionele innovaties een flinke invloed uitoefenen op de transitie naar duurzame energie. Zo is er sprake van een divestment movement, waarbij steeds meer grote investeerders als pensioen- en private equity fondsen zich terugtrekken uit fossiele bedrijfstakken. Op een ander niveau spelen steeds vaker crowdfund-acties rond groene energie, pensioenen in natura en de opkomst van de Internet of Things. Er is dringend behoefte aan meer overzicht en inzicht in de mogelijke betekenis van deze fintech voor de energietransitie.
 
De voornaamste vraag is dan ook: hoe kan financiële technologie en transactionele innovatie meer betekenis geven aan de energietransitie? De eerste stap is hier simpel­weg een Expert-meeting om inhoud en proces daarvan verder te doordenken en te vertalen naar een uitgewerkt programma met tenminste de eerste pilots.

6. Verhalen
Last, maar zeker niet least, deze programmalijn draait om de rol en waarde van stories en storytelling. Het vertellen van verhalen heeft een ongekende kracht om de nieuwe toekomst te ontdekken, tastbaar te maken en om burgers te bereiken via een nieuw genre, climate fiction. De voorbeelden waaruit de verbeeldende kracht van verhalen blijkt zijn eindeloos. Films als Thunderbolds en Star wars prikkelen onze verbeelding, en boeken als De cirkel van Dave Eggers of Energie en onze toekomst van de gebroeders Das maken die toekomst concreet en voorstelbaar. Of de speciale editie van de Donald Duck, die Alliander publiceerde. Dat is precies waar het hier om gaat: samen ontdekken welke concrete veranderingen in ons dagelijkse leven we in de komende jaren kunnen verwachten, werken aan de vertaling van abstracte beelden als ‘koolstofarm in 2050’ naar de keukentafel in 2020. Verhalenderwijs, met fantasie en verbeeldingkracht en op een niet-technologische manier, de verschillende abstracte route’s voorzien van een menselijk gezicht. Verhalen, boeken, films en kunst zijn tegelijk manieren om de opgave van de klimaatverandering en de energietransitie bij een groter publiek onder de aandacht te brengen.
 
In de verandering van waarden en systemen gaat het er ook om nieuwe betekenissen te geven aan onderwerpen als ‘verdienmodellen’, ‘gemeenschappelijk goed’ en ‘verantwoordelijkheid’. Ook daar zijn verhalen voor nodig. Verhalen die aansluiten bij de emoties van nu en de baten voor nieuwe generaties, die ons uit polariserende discussies halen en ons verbinden aan de gezamenlijke en urgente opgave van de versnelling van de energietransitie.
 
Een eerste stap in dit deel van het programma zou een landelijke verhalen-, blog-, youtube- of instagram-wedstrijd kunnen zijn. Een wedstrijd, die jong en oud in onze samenleving uitdaagt tot het verbeelden van een persoonlijke verhaal over de versnelling van de energietransitie richting 2031.
Share by: