4. Roadmovies naar 2031

Deel 4: roadmovies naar 2031

Als dit de verwachtingen zijn voor de maatschappelijke ontwikkeling richting 2031, gezien vanuit het perspectief van de energietransitie en onderliggende sociale veranderingen en transactionele innovaties, hoe komen we dan van 2016 naar 2031? Welke strategie, welke route, welke stappen brengen ons daar? Welke specifieke momenten of gebeurtenissen verwachten we onderweg? En hebben we invloed op het tempo en verloop van de route? We zien grosso modo 4 roadmovies, 4 verschillende verhalen over de weg naar 2031. Met elk een eigen perspectief.

1. Het sociaal-maatschappelijke perspectief
Dit perspectief start met het besef dat sociaal-economische processen veelal langzaam en evenwichtig verlopen. Hersen- en cultuurpatronen ervaren be­dreigende langjarige ontwikkelingen nauwelijks als een urgentie of bedreiging. Klimaat­verandering is er zo een. Dit perspectief zet dus in op een toenemende bewust­wording rond het klimaat- c.q. energievraagstuk. Dat is onder andere vanwege het zichtbaarder worden van de gevolgen in de vorm van klimaatvluchtelingen in Bangladesh en bloedkolen in Colombia. Tel daar, aan de andere kant, het zelfbewustzijn van lokale initiatieven bij op en dan beseffen investeerders en fossiele bedrijven steeds sterker dat het energielandschap wezenlijk is veranderd en nog veel sterker zal veranderen. Ze zullen hun strategie daar op aanpassen en desinvesteren in fossiele sectoren en bedrijven. Denk aan de internetbubbel in 2001 en de Amerikaanse huizenmarkt in 2007.

Dit sociaal-maatschappelijke perspectief laat ook zien dat veranderingen en innovaties zullen blijven komen, misschien zelfs steeds sneller. Er is behoefte aan een ander, aan transformationeel leiderschap: leiderschap dat leert om te gaan met steeds weer veranderingen, die elkaar op blijven volgen. Leiderschap dat in het teken staat van leren in plaats van fouten, dat gebaseerd is op zingeving en vertrouwen en behalve taken ook verantwoordelijkheden deelt. Het sociaal-maatschappelijke perspectief ziet tenslotte op het ethische aspect: behalve de discussie over klimaatvluchtelingen gaat het ook over onze grip op technisch-maatschappelijke systemen: sturen wij hen, of sturen zij –in al hun complex­iteit– ons? Een Kafkaïaanse situatie. Denk ook aan actuele discussies over artificial intelligence en het ethisch bewustzijn van robots. De systemen zelf zijn de wicked problems geworden: machtig, complex en onbestuurbaar.
2. Het bestuurlijk-organisatorische perspectief
Dit perspectief schetst het vervolg van het lopende proces van ‘ontstatelijking’, waarbij de ‘civil society’ de ontstane ruimte vult, met nieuwe maatschappelijke verbanden die de mens, de menselijke maat en de samenleving centraal stelt. De ruimte ontstaat waar burgers op zoek gaan naar een nieuwe vorm van governance: lokaal, decentraal en samen. Als reactie op grote globale trends waar ze geen invloed op hebben en waar overheden in gebreke blijven. Institutioneel krijgt deze ruimte vorm in bijvoorbeeld in coöperaties of via een platforms. Het kernpunt: de consument als belangrijkste aandeelhouder in het productieproces.
 
Binnen het bestuurlijk-organisatorische perspectief vallen ook pleidooien over macht. Variërend van ‘het romantische idee dat het systeem vanzelf kantelt door alle goede initiatieven’ tot Macchiavelli-achtige uitspraken. Het perspectief stuurt op de opbouw van politieke en juridische macht, om de richting van het energie­systeem daadwerkelijk bij te sturen naar een duurzame en koolstofarme huishouding. Dit vraagt niet alleen de steun van het publiek, de consument en de samenleving, maar ook die van invloedrijke instituties, politieke instanties en privaat kapitaal. Deze laatste actoren bepalen nog steeds in hoge mate het wereldwijde energiebeleid. Linksom of rechtsom zullen zij een andere richting in moeten slaan of bereid moeten zijn om hun macht te delen. Daar hoort ook de rechter bij, die door verontwaardigde burgers en de ‘civil society’ wordt gevraagd om een oordeel over het klimaatoptreden van ‘foute’ overheden en bedrijven. De samenleving die via de scheiding der machten zelf zijn recht gaat halen voor wat democratisch niet of nauwelijks lukt. Met politiek als instrument voor ratificatie achteraf, van wat maatschappelijk al in gang is gezet.
3. Het financieel-economische perspectief
Dit is een perspectief, waar financieel-economische zaken leidend zijn. De beelden variëren van protectionisme tot prijsmechanisme tot fundamentele herordening:
  • Een behoudender economische benadering van protectionisme met een brede samenwerking van stakeholders. Die benadering stuurt op het beperken van de energie-import en dus impliciet op het weglekken van koopkracht uit Europa. Het is een coalitie met - in Europa - veel winnaars: vakbonden-werk­gelegen­heid, militair-politiek-geopolitieke stabiliteit, industriële en agrarische omzet.
  • Een financiële weg via prijsmechanismen, waarin duurzame energie vroeg of laat goedkoper wordt dan fossiele energie en energieprijzen voor consumenten gaan fluctureren. De energiemarkt moet zich steeds sneller aanpassen om die omslag te kunnen faciliteren en ‘blackouts’ te voorkomen.
  • Een financieel-economische herordening, vanwege innovaties als blockchain-technologie, die mensen weer grip geeft op eigen spaargeld en transacties zonder tussenkomst van derden c.q. bankiers. Honduras gebruikt bijvoorbeeld de blockchaintechnologie om landeigendommen, hypotheken en minerale rechten vast te leggen, en om corruptie in het centrale systeem te omzeilen.
  • Een stevige financiële herordening, samenhangend met een groeiend maatschappelijk bewustzijn –zie ook het sociaal-maatschappelijke perspectief. Die herordening zal ontstaan bij markante doorbraken of kantelingen in het systeem. Dat is bijvoorbeeld zo, als het zelf-doen zo eenvoudig wordt, dat iedereen mee kan gaan doen. Of als het besef doordringt dat enorme afschrijvingen op fossiele assets onvermijdelijk en aanstaande zijn.
4. Het industrieel-technologische perspectief
Dit vierde perspectief gaat weliswaar niet over energietechnologie, maar baseert zich wel op hetzelfde geloof in technologie. Dit is het perspectief waarin kernfusie, nanotechnologie, 3D-printen, elektrificatie van de industrie, membraamtechnologie en andere technologische doorbraken belang­rijke bouwstenen zijn. Bijzondere aandacht verdient weer de blockchain-technologie. Deze technologie is het algoritme achter de digitale munt bitcoin, maar kan veel breder worden gebruikt. Het systeem maakt van alle deelnemers aan een netwerk ook eigenaren en toezichthouders van het netwerk. De blockchain biedt de kans om macht van centrale instituten te decentraliseren naar een netwerk van mensen. Het wordt dan mogelijk om zonder tussenkomst van een bank (digitaal) geld te betalen aan een ander: een combinatie van een transactie op Marktplaats en het sturen van een email.
 
Deze vier perspectieven laten samen een andere, maatschappelijker route voor de energietransitie zien. Een route die verder gaat dan een technologische analyse van zaken als smart grids, decentrale opslag, peak-oil, power2gas, zonnefilms en systeemintegratie. Een route ook, die in de praktijk een mix zal zijn van elementen uit de voorgaande perspectieven, inclusief het technologische perspectief. En een route, die daadwerkelijk tot een versnelling van de energietransitie kan leiden. De volgende vraag is nu, wat deze verhalen en beelden betekenen voor vandaag, voor ons werk in 2016?
Share by: