Het is duidelijk dat op deze 12 complexe vragen niet gelijk definitieve antwoorden vallen te geven. Het ene antwoord lokt een andere vraag uit. De Kennisagenda onder¬schrijft het idee dat we de energietransitie kunnen zien als een wicked problem. Waarbij er niet één definitie van het probleem te geven valt, het probleem door de tijd heen verandert en verschillende belanghebbenden stevig anders denken over de problemen en hun oplossingen.
Het feit dat wij als mensheid zowel onderdeel van het probleem zijn als van de mogelijke oplossin-gen, maakt het geheel niet eenvoudiger. Iedereen heeft immers persoonlijke belangen in deze transitie. Dit betekent dat er nog een grote vraag bóven de kennisagenda hangt, namelijk: “Hoe beslissen we over de stappen die worden gezet in de transitie, en hoe kan kennis ons daar bij helpen?” Kennis ontwikkelen op de sociaal-economische thema’s van de transitie is dus onlosmakelijk verbonden met het keuze- en beslisproces daarbinnen.
De Kennisagenda met zijn 12 vraagstukken brengt ons ook bij een simpele, volgende vraag: hoe ko-men we aan de antwoorden op deze vragen? Of scherper: hoe organiseren we de kennis-ontwikkeling en hoe verbinden we deze kennis en inzichten met het keuze- en veranderproces van de transitie?
Het antwoord is samen te vatten in 12 ontwerpprincipes voor een kennisinfrastructuur die werk maakt van maatschappelijke kennis voor een versnelling van de energietransitie. De kennisinfrastructuur voor de energietransitie bestaat dan uit de actoren en afspraken die gericht zijn op het ontwikkelen en verspreiden van kennis en innovaties en die noodzakelijk zijn voor het verduurzamen van de Nederlandse energiehuishouding.
De ontwerpprincipes zijn te verdelen in de twee blokken. In het 1e blok, Kennis in actie, klinkt een duidelijke roep om een infrastructuur die kennisontwikkeling in de praktijk faciliteert en gericht is op oplossingen voor die praktijk. Het 2e blok ziet op een beweging van een multi- naar trans-disciplinaire kennisontwikkeling en geeft kenmerken van een passende kennisinfrastructuur. De 12 principes zijn: